DNB veegt eigen straatje schoon…

28-12-2020

En dit is niet alleen het beeld van de Stichting, maar dit is ook een veelgehoorde klacht in de contacten tussen de Stichting en de bij de Stichting aangesloten polishouders. Het beeld dat De Nederlandsche Bank (DNB) haar straatje heeft schoongeveegd geeft bij veel polishouders van Conservatrix een nare smaak in de mond. DNB doet dit met behulp van het feitenoverzicht als bijgevoegd bij de brief van de minister aan de Tweede Kamer met informatie over het faillissement van Conservatrix.

Als bekend heeft de Stichting inmiddels vijf verzoeken gedaan aan de minister van Financiën, maar dit laat onverlet dat de Stichting ook een mening heeft over het eerder genoemde feitenoverzicht van DNB. Want wat is er nu eigenlijk gebeurd?

  1. Op 17 mei 2017 werden de aandelen van Conservatrix door DNB overgedragen aan het Trier Holding B.V. van Greg Lindberg.
  2. Op 15 mei 2018 publiceerde Conservatrix haar jaarrekening over het boekjaar 2017 met een solvabiliteit van 188%. En op 21 mei 2019 haar jaarrekening over het boekjaar 2018 met een solvabiliteit van 148%.
  3. Op 21 april 2020 rapporteerde Conservatrix voor het eerst in haar historie een negatief eigen vermogen.
  4. In december 2019 vond er een onbegrijpelijke schikking met desastreuze gevolgen voor de polishouders van Conservatrix plaats.
  5. Op maandag 21 september nam DNB formeel het roer over van de directie en Raad van Commissarissen bij Conservatrix door het aanstellen van een Wft-curator.
  6. Op woensdag 8 december sprak de Rechtbank in Amsterdam het faillissement van Conservatrix op verzoek van DNB uit.

 

Gezond bedrijf volgens accountant

De jaarrekeningen over de boekjaren 2017 en 2018, als gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel, maken inzichtelijk dat Conservatrix een financieel gezond bedrijf was. Immers, dergelijke jaarrekeningen komen tot stand doordat Conservatrix cijfers oplevert aan haar accountant. Die accountant, in dit geval de heer W.J.P. Hoeve van BDO Audit & Assurance, beschikt over een actuarieel bureau die de cijfers van Conservatrix narekent. De cijfers van Conservatrix worden ieder kwartaal gerapporteerd aan DNB. Alle rapportages van Conservatrix doorlopen de ’three lines of defense’ van Conservatrix. Eventuele bemerkingen door DNB zouden de accountant bekend zijn en zouden zijn geadresseerd voordat een accountant akkoord geeft op een jaarrekening. Vervolgens worden de jaarrekeningen gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Zo ook in geval van de jaarverslagen over 2017 en 2018.

DNB schrijft in haar brief aan de minister echter het volgende: “Hieruit blijkt dat Conservatrix de afgelopen jaren geconfronteerd werd met de gevolgen van structurele problematiek in haar portefeuille van levensverzekeringen met te hoge rendementsgaranties en winstdelingsafspraken, die ondanks inspanningen van DNB om onder meer (de opeenvolgende aandeelhouders van) Conservatrix te bewegen om de financiële positie te verbeteren, niet zijn opgelost.” en “Conservatrix heeft een kwetsbaar bedrijfsmodel. Dit komt onder andere omdat zij in het verleden levensverzekeringen heeft verkocht met een relatief hoog gegarandeerd eindkapitaal en een winstdelingsregeling die is gekoppeld aan de hypotheekportefeuille van Conservatrix.”.

Het lijkt erop dat DNB de schuld van het faillissement van Conservatrix aan het bedrijfsmodel en de onderliggende portefeuille probeert te koppelen, terwijl er twee jaren op rij prima solvabiliteitscijfers werden gerapporteerd. Daarmee lijkt DNB te verbloemen dat er heel andere oorzaken ten grondslag liggen aan het faillissement van Conservatrix, namelijk het wegsluizen van gelden naar Barbedos en het in zee gaan met een zeer creatieve en bedenkelijke aandeelhouder.

 

Confirmation Letter, set afspraken van en met DNB

Op het moment van de gedwongen overdracht werden door DNB afspraken gemaakt met Trier Holding in een zogenaamde ‘Conformation Letter’. Een ‘Conformation Letter’ is een set afspraken waaronder een bepaalde gebeurtenis kan plaatsvinden. Deze set afspraken was onderdeel van het overdrachtsplan op basis waarvan de Rechtbank Amsterdam besloot tot gedwongen overdracht van de aandelen van Conservatrix in mei 2017. Dat valt te lezen in de beschikking van de Rechtbank Amsterdam.

De gedwongen overdracht van de aandelen vond plaats onder het argument dat er tekenen van een gevaarlijke ontwikkeling zouden zijn met betrekking tot het eigen vermogen, de solvabiliteit of de technische voorzieningen en dat redelijkerwijs te voorzien zou zijn dat die ontwikkeling niet voldoende of niet tijdig ten goede zal keren. Ook ten tijde van de gedwongen overdracht werd door de Rechtbank niet gesproken over een kwetsbaar bedrijfsmodel of problematiek in de onderliggende portefeuille van Conservatrix.

In de beschikking van de Rechtbank wordt veelvuldig verwezen naar de inhoud van die ‘Conformation Letter’. De inhoud van die afspraken is de Stichting onbekend, DNB weigerde daar informatie over te verstrekken aan de Stichting. Duidelijk is inmiddels dat die brief o.a. afspraken bevat over de herverzekeringsconstructie, het onderpand en de manier waarop Trier Holding zou mogen beleggen met de gelden van Conservatrix. Duidelijk is ook dat Greg Lindberg van mening is dat DNB zich niet aan de afspraken heeft gehouden.

 

DNB en ‘overdrager’ zijn verantwoordelijk voor uitvoering overdrachtsplan

Opvallend is dat de toenmalige directie van Conservatrix tijdens de gedwongen overdracht op 17 mei 2017 ook al vragen stelde over de naleving van de afspraken tussen DNB en Trier Holding. In de beschikking van de Rechtbank Amsterdam is onder onderdeel 4.22 te lezen: “Conservatrix werpt de vraag op of de Confirmation Letter een verplichting voor Trier oplevert waarvan door belanghebbenden nakoming kan worden gevorderd. Het is niet de taak en bevoegdheid van de rechtbank om die vraag in het kader van de onderhavige procedure te beantwoorden. Wel merkt de rechtbank op dat het de taak is van de benoemde overdrager en DNB op naleving van het overdrachtsplan toe te zien. DNB heeft er in dit verband op gewezen dat zij in dat kader (nadere) afspraken met Trier heeft gemaakt en daarnaast over het benodigde instrumentarium beschikt om ervoor te zorgen dat onder toezicht staande instellingen zich aan alle vereisten houden.”. Had de toenmalige directie mogelijk ook al haar bedenkingen op het kunnen naleven van de betreffende afspraken?

Volstrekt helder is dat de Rechtbank de naleving van de afspraken onder verantwoordelijkheid van DNB en de ‘overdrager’ heeft gebracht. Als ‘overdrager’ werd aangewezen de heer P. de Groot. Alles valt of staat dus met de kwaliteit van de afspraken die door DNB zijn gemaakt in de ‘Conformation Letter’. En met de wijze waarop de naleving van de door DNB gemaakt afspraken door DNB zelf werd afgedwongen. Het is dus zaak dat op dit onderdeel openheid van zaken wordt verschaft door DNB.

 

DNB laat polishouders bloeden en ’toont spierballen’

Het is inmiddels ook duidelijk dat er een een onbegrijpelijke schikking met desastreuze gevolgen voor de polishouders heeft plaatsgevonden op het herverzekeringscontract. En dat de eerder door Conservatrix in het Financieel Dagblad genoemde garanties, waarbij op elk moment 105% van de verplichtingen aan onderpand op een rekening van een trust in New York zouden staan, niets waard was. Of dat er andere afspraken werden gemaakt die we niet kennen. En dat er 88 miljoen euro is verdampt in één jaar tijd. Duidelijk is ook dat DNB blijkbaar twijfels had bij de overdracht van de aandelen naar Trier Holding B.V. in 2015, maar dat er toch werd aangestuurd op een gedwongen overdracht in 2017.

Waarom nam DNB al deze risicovolle en bizarre besluiten? En wat was haar belang daarbij? In het Financieel Dagblad van 29 juni 2018 laat Jan Sijbrand, van medio 2011 tot medio 2018 directeur bij De Nederlandsche Bank en nu onder andere lid van de raad van commissarissen van accountantsbureau PwC, optekenen: “De maatschappij had een kater van alle staatssteun, vertelt Sijbrand, en nu moest het weer. ‘Daar was niemand blij mee. Maar wij hebben ingegrepen om te voorkomen dat het bedrijf tegen een muur zou rijden. De bank en de verzekeraar zijn nu weer in rustig vaarwater. Door die ingreep werd er niet langer getwijfeld aan onze daadkracht. Zowel extern als intern. Er groeide waardering voor DNB’.” en “Kort voor SNS Reaal had DNB al Friesland Bank ondergebracht bij Rabo, daarna werd verzekeraar Conservatrix volgens Sijbrand ‘in veilige haven’ gebracht als meest in het oog springende acties.”. Gaat het DNB dan om het tonen van spierballen? En denkt men dan op deze manier waardering te kunnen oogsten? Bij wie dan?

Vast staat dat polishouders geen partij zijn geweest in alle besluiten die DNB voor hen heeft genomen. En dat polishouders daarvan nu wel de gevolgen moeten dragen. Dat geeft niet alleen een nare smaak in de mond, maar is ook onrechtvaardig en onfatsoenlijk. Precies daarom heeft de Stichting de vijf verzoeken aan de minister van Financiën gedaan.

 

 

Meer informatie:

Brief Stichting aan minister van Financiën (22-12-2020)
Brief minister van Financiën faillissement Conservatrix (09-12-2020)
Feitenoverzicht DNB faillissement Conservatrix (08-12-2020)
DNB wordt niet langer Slot Snurkenstein genoemd (artikel FD.nl 29-06-2018)
Jaarrekening Conservatrix 2018
Jaarrekening Conservatrix 2017
Beschikking Rechtbank Amsterdam (15-05-2017)