DNB zag geen andere opties

21-02-2021

Al voor het faillissement, op 10 juli 2020, schreef de Stichting een brief aan De Nederlandsche Bank (DNB) met daarin verschillende vragen over de situatie bij Conservatrix. Destijds verkreeg de Stichting daarop nauwelijks een antwoord. Sinds het faillissement en de toenemende aandacht voor de activiteiten van de Stichting is er meer besef gekomen bij DNB over de beroerde positie van polishouders en hun toenemende behoefte aan informatie. Daartoe heeft DNB nu een drietal acties ondernomen:

  1. De Stichting werd uitgenodigd voor een gesprek. Dat gesprek vond plaats op 1 februari jl.
  2. DNB stuurde de Stichting een brief ter bevestiging van het gesprek van 1 februari jl.
  3. DNB publiceerde op 15 februari jl. een Q&A op haar website.

 

Het gesprek met DNB

Aan het begin van het (online) gesprek werd al meteen melding gemaakt door DNB van de stringente geheimhouding waaraan ze zich moet houden, de zogenaamde “toezichtvertrouwelijkheid”. Die geheimhouding zorgt er volgens DNB voor dat niet op alle vragen van de Stichting antwoord kan worden gegeven.

Bij het gesprek waren namens DNB aanwezig:

  • Petra Hielkema, divisiedirecteur toezicht verzekeraars,
  • mr. Frits-Joost Beekhoven van den Boezem, general counsel en divisiedirecteur juridische zaken en compliance en
  • Nienke Griffioen-Jintes, afdelingshoofd expertisecentrum interventie en handhaving.

Namens de Stichting waren aanwezig:

  • Dirk Jongmans, voorzitter van de Stichting en
  • Robin van Beem, juridisch adviseur van de Stichting.

DNB had het gesprek goed voorbereid. Aan de hand van een script gaf DNB uitleg over de gang van zaken bij Conservatrix en de route die volgens DNB heeft geresulteerd in het naar hun mening onvermijdelijke faillissement. Daarin bevonden zich geen nieuwe feiten, anders dan reeds eerder door DNB gepresenteerd in haar ‘feitenoverzicht’.

De Stichting heeft tijdens het gesprek een uitgebreide toelichting gegeven op de zorgen die leven onder polishouders. Ook gaf de Stichting een toelichting op de positie van polishouders en het feit dat zij geen enkele invloed konden uitoefenen op de door en voor Conservatrix gemaakte keuzes. En dat polishouders moeten vertrouwen op de overheid en de toezichthouders.

Daar komt bij dat de vele wetswijzigingen, het wegvallen van de opvangregeling levensverzekeraars en de lage rentestand (waardoor een fatsoenlijke overdracht naar een andere verzekeraar lastig lijkt) er voor zorgen dat polishouders nu aan hun lot zijn overgelaten. Met alle gevolgen van dien…

 

Gedwongen overdracht

De Stichting heeft DNB gevraagd naar haar mening over de uitwerking van de gedwongen overdracht van Conservatrix aan het Trier Holding van Greg Lindberg. Volgens DNB was er op dat moment geen beter alternatief voor de polishouders dan een aandelenoverdracht aan Trier Holding. DNB is daarbij van mening dat die gedwongen overdracht in beginsel goed heeft uitgepakt. Er werden twee jaar op rij goede cijfers door Conservatrix gerapporteerd.

DNB heeft aangegeven dat ze vanaf het moment van de gedwongen overdracht op de hoogte was van de plannen met betrekking tot de herverzekering door Conservatrix. DNB is van mening dat de herverzekering in Amerika een normale en toegestane constructie is. Een dergelijke constructie van een herverzekering in combinatie met een onderpand wordt volgens DNB vaker toegepast, zodat nakoming van de verplichtingen is geborgd. Door een aantal onverwachte problemen, namelijk de veroordeling van Greg Lindberg wegens het omkopen van een toezichthouder, is Conservatrix uiteindelijk toch in faillissement terecht gekomen. Dit was volgens DNB het gevolg van een besluit van een lokale toezichthouder in Amerika door de herverzekeraar onder curatele te stellen. Daardoor moest er volgens DNB worden geschikt met de Amerikaanse toezichthouder en ontstond er een kettingreactie aan problemen.

Volgens DNB gaf het onderzoek naar Greg Lindberg destijds geen reden om geen zaken met hem te doen. Er waren volgens DNB in het voorjaar van 2017 geen signalen die reden gaven om tot een negatief oordeel over zijn betrouwbaarheid te komen. In oktober 2018 werd bij DNB bekend dat de FBI eerder dat jaar een onderzoek was begonnen naar de heer Lindberg. In augustus 2020 is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en drie maanden voor omkooppraktijken en onrechtmatige campagnebijdragen. Een hoger beroepsprocedure loopt nog. Deze omstandigheid kon volgens DNB in 2017 redelijkerwijs niet worden voorzien.

En er was volgens DNB sprake van toereikende zekerheden om akkoord te kunnen gaan met de herverzekering binnen groep van bedrijven van Greg Lindberg. Die zekerheden werden vastgelegd in de zogenaamde ‘confirmation letter’.

De Stichting probeert al sinds haar oprichting inzicht te krijgen in de confirmation letter. De Stichting deed daartoe diverse verzoeken bij Conservatrix, Trier en bij DNB. Ook nu weer zonder succes…

 

Alternatieven voor overdracht

De Stichting heeft DNB gevraagd naar mogelijke alternatieven ten tijde van de keuze voor de gedwongen overdracht. En er werd kort ingegaan op de interesse van potentiële kopers in Conservatrix. Gesproken werd ook over de inzet van een ‘en bloc’-maatregel onder de oude aandeelhouder. Een dergelijke ‘en bloc’-mogelijkheid is onderdeel van de polisvoorwaarden van de spaarverzekeringen van Conservatrix. Dat was dus een mogelijkheid waarover Conservatrix altijd al kon beschikken.

DNB vond het inzetten van zo’n ‘en bloc’-maatregel onacceptabel, omdat men die mogelijkheid niet wilde toestaan aan de oude aandeelhouder. DNB is voor zo’n besluit gaan liggen met behulp van een Wft-curator. Zo’n curator kan besluiten van een directie teniet doen en wordt daarin gesteund door de wet.

De Stichting heeft gewezen op de mogelijkheid van de inzet van de ‘en bloc’-maatregel. Het gevolg van het faillissement nu is dat alle polishouders gekort gaan worden. Wat het effect op polishouders met een spaarverzekering zou zijn geweest van het inzetten van de ‘en bloc’-maatregel vóór de gedwongen overdracht is onbekend. Zeker is wel dat door de inzet van deze mogelijkheid niet alle polishouders geraakt zouden zijn. En ook dat dan de gedwongen overdracht onnodig zou zijn geweest. Daardoor zou ook die 88 miljoen euro niet verdampt zijn. Ook zouden er heel veel kosten zijn voorkomen, waardoor de tekorten van Conservatrix alleen maar verder zijn opgelopen. Voor de Stichting een reden om zich verder in dit alternatief te gaan verdiepen en te onderzoeken waarom dit alternatief destijds door DNB niet werd omarmd.

 

De rol van de Wft-curator

Zolang er nog herstel mogelijk is, zal DNB een verzekeraar daartoe bewegen met alle informele en formele toezichtsinstrumenten waarover zij beschikt. Formele instrumenten zijn bijvoorbeeld het vragen om herstelplannen, het geven van een aanwijzing en de benoeming van een Wft-curator.

DNB heeft aangegeven dat er veel toezichtsinstrumenten zijn ingezet bij Conservatrix. Zo werden diverse aanwijzigingen gegeven werd er tot twee keer toe een herstelplan geëist. In zo’n herstelplan staat beschreven hoe een verzekeraar zich moet gaan herstellen naar een acceptabel solvabiliteitsniveau.

Volgens DNB is er ook tot twee keer toe een Wft-curator aangesteld. Een keer in 2020 voorafgaande aan het faillissement en een keer voorafgaande aan de gedwongen overdracht. Dit gebeurde in het “geheim”. Eerder konden we in de pers al lezen dat er in 2014 een stille Wft-curator werd aangesteld bij Conservatrix.

Een Wft-curator kan onafhankelijk opereren, op basis van een opdracht die de Wft-curator heeft meegekregen van DNB. Als DNB een Wft-curator benoemt, treedt deze niet in de plaats van de directie van een verzekeraar. Een Wft-curator kan wel besluiten tegenhouden, maar niet zelf besluiten nemen. De rol en verantwoordelijkheden van de directie veranderen dus niet echt met de komst van een Wft-curator, maar van een normale besluitvorming door een directie is dus ook geen sprake meer.

DNB moet de aanstelling en opdracht van de Wft-curator openbaar maken na een bepaalde termijn, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen. In geval van Conservatrix heeft er nog geen openbaarmaking plaatsgevonden.

 

En nu?

Het gesprek tussen de Stichting en DNB heeft meer inzicht in de gang van zaken gegeven. Duidelijk is geworden dan DNB niet blij is met de gang van zaken, maar ook dat ze zelf vindt dat ze niet anders had kunnen handelen. Ook de brief en de Q&A maken duidelijk dat de twee hoofdrolspelers in dit verhaal, namelijk het Trier Holding van Greg Lindberg en DNB, naar elkaar wijzen als het gaat om de oorzaak van het faillissement van Conservatrix.

De polishouders schieten daar weinig mee op. De polishouders konden geen enkele invloed uitoefenen op de door en voor Conservatrix gemaakte keuzes. De polishouders moesten vertrouwen op hun overheid en het door hun overheid ingerichte toezicht. En dat vertrouwen is beschaamd.

 

Meer informatie:

Brief van Stichting aan DNB (10-07-2020)
DNB geeft geen reactie… (22-7-2020)
Feitenoverzicht DNB faillissement Conservatrix (08-12-2020)
Brief DNB aan Stichting Polishouders Conservatrix (01-02-2021)
Q&A van DNB (15-02-2021)